Een 'aanvrager' draagt de eventuele kosten van de vertaling van processtukken. Het begrip 'aanvrager' heeft betrekking op de partij die belang heeft bij de toezending van de processtukken. Een rechter valt niet onder dat begrip. Een uitlegging volgens welke een rechter moet worden beschouwd als 'aanvrager' zou ook indruisen tegen de verplichting van die rechter om te zorgen voor een juist evenwicht tussen de belangen van de 'aanvrager' en die van degene voor wie de processtukken zijn bestemd. Dat is het antwoord van het Hof van Justitie van de Europese Unie op een vraag van een Roemeense rechter.
Het gaat om het arrest van het EU-Hof van 2 juni 2022 in de zaak C-196/21, SR en EW.
Achtergrond
Het gaat in deze zaak om SR en EW, die moeder en vader zijn van een minderjarig kind. Zij hadden een verzoek bij de Roemeense rechter ingediend tot ontbinding van hun huwelijk en tot toekenning van de ouderlijke verantwoordelijkheid van hun kind, alsmede tot vaststelling van de wijze waarop die verantwoordelijkheid moet worden uitgeoefend. SR en EW hebben allebei hoger beroep ingesteld tegen het vonnis van de rechter in eerste aanleg.
FB, CX en IK zijn respectievelijk de broer, de zus en de grootvader van vaderszijde van het minderjarige kind. Zij hebben de rechter in hoger beroep verzocht om toelating tot interventie aan de zijde van EW. Deze interveniënten hebben hun verblijfplaats in Frankrijk. De Roemeense rechter in hoger beroep heeft beslist dat SR en EW overeenkomstig de bepalingen van EU-verordening 1393/2007 verplicht waren om zorg te dragen voor de vertaling in het Frans van de door hem uitgevaardigde dagvaardingen met het oog op de kennisgeving ervan aan FB, CX en IK.
SR en EW hebben geweigerd om de kosten voor de vertaling van deze processtukken naar het Frans voor te schieten, omdat zij van mening waren dat de rechter in hoger beroep deze kosten diende te dragen. Volgens SR en EW is de rechter de 'aanvrager' die verzoekt om verzending van de processtukken. Die rechter moet worden aangemerkt als 'aanvrager' in de zin van artikel 5, lid 2 van verordening 1393/2007 en dient daarom de vertaalkosten te betalen.
De rechter in hoger beroep wil van het EU-Hof weten of een rechter die beslist om interveniënten op te roepen, moet worden aangemerkt als 'aanvrager', of dat het begrip betrekking heeft op de partij in de procedure die bij de rechter aanhangig is.
Europees Hof van Justitie
Het EU-Hof oordeelt dat uit enkele bepalingen van verordening 1393/2007 en de rechtspraak van het EU-Hof (o.a. C-519/13) volgt dat er een duidelijk onderscheid bestaat tussen de 'aanvrager', die de eventuele kosten van vertaling vóór de verzending van het stuk draagt, en de bevoegde rechter of autoriteit in de lidstaat van herkomst bij wie de zaak aanhangig is en die een eventuele latere beslissing over de verwijzing in die kosten kan nemen. Die rechter of autoriteit moet ervoor zorgen dat de respectievelijke rechten van de betrokken partijen, te weten de 'aanvrager' en degene voor wie het stuk bestemd is, op evenwichtige wijze worden beschermd.
Een uitlegging volgens welke de in de lidstaat van herkomst aangezochte rechter moet worden beschouwd als 'aanvrager' zou volgens het EU-Hof indruisen tegen de verplichting van die rechter om te zorgen voor een juist evenwicht tussen de belangen van de aanvrager en die van degene voor wie de stukken zijn bestemd. De naleving van een dergelijke verplichting impliceert noodzakelijkerwijs dat de autoriteit waarop deze verplichting rust, onpartijdig is ten opzichte van de belangen van de aanvrager en die van degene voor wie het stuk bestemd is. Hieruit volgt volgens het EU-Hof dat die autoriteit niet mag worden verward met één van de belanghebbenden, te weten de 'aanvrager'.
Een rechter die beslist om de interveniënten op te roepen kan niet worden aangemerkt als 'aanvrager' en hoeft daarom niet de kosten te dragen voor de vertaling van processtukken.
Samengevat:
Artikel 2 van EU-verordening nr. 1393/2007 van 13 november 2007 inzake de betekening en de kennisgeving in de lidstaten van gerechtelijke en buitengerechtelijke stukken in burgerlijke of in handelszaken luidt:
"1. Elke lidstaat wijst de deurwaarders, autoriteiten of andere personen aan, hierna 'verzendende instanties' genoemd, die bevoegd zijn gerechtelijke of buitengerechtelijke stukken te verzenden ter betekening of kennisgeving in een andere lidstaat.
2. Elke lidstaat wijst de deurwaarders, autoriteiten of andere personen aan, hierna 'ontvangende instanties' genoemd, die bevoegd zijn van een andere lidstaat afkomstige gerechtelijke of buitengerechtelijke stukken in ontvangst te nemen.
[...]"
5 Artikel 5 van deze verordening bepaalt:
"1. De aanvrager wordt door de verzendende instantie waaraan hij het stuk ter verzending overdraagt, in kennis gesteld van het feit dat degene voor wie het stuk is bestemd, kan weigeren het stuk in ontvangst te nemen omdat het niet in een van de in artikel 8 bedoelde talen is gesteld.
2. De aanvrager draagt de eventuele kosten van vertaling vóór de verzending van het stuk, onverminderd een eventuele latere verwijzing in die kosten door de rechter of bevoegde autoriteit."
6 Artikel 8, lid 1, van deze verordening luidt:
"De ontvangende instantie stelt degene voor wie het stuk is bestemd, door middel van het in bijlage II opgenomen modelformulier in kennis van het feit dat hij kan weigeren het stuk waarvan betekening of kennisgeving moet worden verricht, in ontvangst te nemen op het ogenblik van de betekening of kennisgeving ofwel door het stuk binnen een week naar de ontvangende instantie terug te zenden, indien het niet is gesteld in of niet vergezeld gaat van een vertaling in een van de volgende talen:
a) een taal die degene voor wie het stuk bestemd is, begrijpt, of
b) de officiële taal van de aangezochte lidstaat of, indien er verscheidene officiële talen in de aangezochte lidstaat zijn, de officiële taal of een van de officiële talen van de plaats waar de betekening of kennisgeving moet worden verricht."
Arrest EU-Hof van 2 juni 2022: "Een rechter die beslist om de interveniënten op te roepen kan niet worden aangemerkt als 'aanvrager' en hoeft daarom niet de kosten te dragen voor de vertaling van processtukken."
Bron en foto: Hof van Justitie van de Europese Unie.